Hoe moet het nu verder met Rechts?
Rechts heeft geen Groot Verhaal meer. Het is de rentmeester geworden van een systeem dat zich permanent van crisis naar crisis sleept, en waarvoor geen enkel creatief alternatief bedacht kan worden.
Meer van hetzelfde is één recept, maar er is ook een Plan B: terug naar het verleden.
Beide dingen zitten uiteraard in het DNA van een politieke familie die zich conservatief noemt. Maar dat wat moet geconserveerd worden ligt aan stukken, en Rechts is nu synoniem voor uitzichtloze crisis.
Laat ons beginnen met de ruggengraat van Rechts, het kapitalisme in z’n concrete vorm.
Er is geen mens ter wereld die nog kan beweren dat dit economische systeem de garantie vormt voor de hoogste welvaart voor iedereen, zonder op hoongelach getrakteerd te worden.
Die bubbel is al lang doorprikt: het kapitalisme van vandaag is een systeem dat massale armoede produceert ten voordele van de fenomenale fortuinen van een handjevol mensen.
En het doet dat ook in de zogenaamde “centrumgebieden” van het kapitalisme: het ooit zo rijke Westen.
Het sociaal-kapitalisme dat daar na de Tweede Werelddoorlog die ongelijkheden ietwat wist te balanceren is de afgelopen paar decennia vervangen door een kapitaals-socialisme, waarbij de kleine groep begunstigden steeds meer uit de ruif van de belastingbetaler (en de consument) wist te plukken.
En zo zitten we nu weer in een systeem van zowat een eeuw geleden. Buiten dat handjevol gefortuneerden heerst dan ook de stellige overtuiging dat de hele zaak niet meer deugt.
Immers, als kapitalisme beweert dat de enige manier om erop vooruit te gaan erin bestaat dat wij allemaal armer moeten worden, dan beseft zelfs een hardline-kapitalist dat de boodschap slecht te verkopen is.
Die crisis is niet veroorzaakt door Links, wel door zij die het kapitalisme leiden en verdedigen (dit was overigens al lang geleden zo voorspeld door Links).
Toen de verbluffend lucratieve strooptochten van de banken in 2008 leidden tot een “meltdown”, vond het Rechtse beleid er niks beters op dan de banken middels duizenden miljarden overheidsgeld overeind te houden.
De daders bleven ongestraft. Meer nog, ze bezetten nu, meer nog dan tevoren, de kantoren van de overheden.
Kapitalisten blijken van oordeel dat hun klassieke lobby-strategieën verouderd zijn en dat ze nu best zelf aan het roer van de staat gaan staan – zie Trump en de Trumpisten.
Wat er nog overschiet aan middelen, in die crisis, zal daardoor in een steeds bredere en snellere stroom naar de kleine groep begunstigden worden gedraineerd.
We zullen zien hoe lang de oude slogans over kapitalisme als weldaad voor eenieder nog zullen meegaan. De eerste grote belofte van kapitalisme is gebroken.
Kapitalisme als bron van vernieuwing, creativiteit en sociale dynamiek heeft eveneens opgehouden te bestaan. We worden nu warm gemaakt voor minieme veranderingen aan stokoude technologieën.
De basistechnologie van de auto waarmee we rijden is ruim een eeuw oud en we moeten enthousiast zijn over de parkeersensoren ervan; de straalmotoren van de hedendaagse motoren zijn als technologie ruim 70 jaar oud, en we moeten juichen om de nieuwe zetels in een Boeing die vier decennia terug op de tekentafel lag;
de technologie van de PC is eveneens decennia oud en we moeten in de rij gaan staan wanneer er een nieuw model van iPad op de markt komt.
Bedrijven voeren geen marketing meer voor revolutionair vernieuwende dingen, ze voeren enorme campagnes over de adjectieven die we aan die dingen moeten hechten: een coole iPhone, een stijlvolle Mercedes, een sexy paar laarzen.
Waar is die tweede grote belofte van kapitalisme, die onstuitbare vernieuwing die ervoor zou zorgen dat het leven van eenieder met elke nieuwe uitvinding zou verbeteren? Ook daarvan blijft niets meer over.
Rechts heeft geen antwoord op die crisis, die ineenstorting van haar geliefde systeem. Als antwoord op toenemende verarming stelt Rechts een nog snellere en veralgemeende verarming voor.
Op toenemende werkloosheid stelt ze een verlenging en flexibilisering van de arbeidsduur voor van zij die al werk hebben en, zoals we zagen, een verdere verarming van zij die werkloos zijn.
Op het vraagstuk van globalisering en delokalisering stelt ze … ook nog eens verarming voor, want de loonkost moet omlaag.
Rechts heeft één recept, en dat recept is meteen ook de wet: de massa moet armer worden indien het kapitalisme wil overleven.
Over arbeidsduurverkorting, arbeidsherverdeling of basisinkomens, laat staan over een herverdeling van de beschikbare rijkdom om de hele samenleving de beloofde voorspoed te bezorgen – over dit alles heeft Rechts niet één enkel idee.
Op vernieuwingen in de samenleving reageert Rechts met een aaneenschakeling van anachronismen.
De toegenomen diversiteit in de samenleving beantwoordt Rechts met dat restafval van de twintigste eeuw: nationalisme, fascisme, racisme, xenofobie. We bouwen muren en concentratiekampen, we verklaren grote groepen mensen tot onmensen, en voorzien voor hen een behandeling die we voor onszelf als een regelrechte aanslag op onze menselijkheid zouden ervaren.
De versnippering van sociale groepen en van de manieren waarop mensen hun leven gestalte geven - zaken die ooit als “vrijheid” bestempeld werden – geeft aanleiding tot een oeverloos gemoraliseer omgezet in surveillantiemethoden en nieuwe vormen van controle en sanctionering die zich tot diep in het privéleven van mensen uitstrekken.
Dat heette, ergens in de twintigste eeuw, een “totalitair” systeem, en het werd toegeschreven aan Stalin en Mao Zedong, want bij ons was vrijheid de allerhoogste waarde.
Conflicten elders in de wereld – een zeer belangrijke oorzaak voor migratie en dus diversiteit – beantwoorden we met dat eeuwenoude middel: oorlog en terreur.
En er is geen groter anachronisme mogelijk dan dat van een President die zijn God aanroept om aan te kondigen dat hij lieden die een andere God aanhangen de wereld zal uit bombarderen.
De horizon van Rechts is het heden. Of beter: vanaf maandag tot het einde van de week. Er is geen grote visie voorhanden, geen breed en krachtig geborsteld portret van een mooie toekomst.
Wel van een apocalyps, en die wordt voorspeld – zoals bij de Getuigen van Jehova – wanneer we het einde van de week niet halen op precies dezelfde manier als we het einde van de week daarvoor hebben gehaald.
Rechts veert dus op uit z’n stoel wanneer de Bel-20 Index enkele punten stijgt en rent naar de vergadertafel voor “nieuw” beleid wanneer diezelfde index evenveel punten daalt.
Op dat ritme, het “hier-en-nu-isme”, denkt Rechts een samenleving draaiende te houden.
Doorheen dit alles wijst Rechts stelselmatig elk grondig alternatief van de hand als utopisch, maar schept het zelf een volstrekt utopisch beeld van de ideale samenleving.
Die samenleving is doodsaai, bevolkt door onopmerkelijke mensen die “normaal” zijn en doen, die werk doen dat hun ouders ook al deden, met instellingen die er zijn omdat ze er altijd geweest zijn, met gezagsdragers die men moet respecteren voor geen andere reden dan omdat ze net gezagsdragers zijn, en met een bijzonder grote afkeer van al wat nieuw, anders en gedurfd is.
Het verhaal van de auto’s en de vliegtuigen dus, maar toegepast op de concrete samenleving.
Gevraagd naar het hoe en het waarom van dit alles produceert Rechts ook gewoonweg kindertaal: “we hebben er goesting in”, “doe eens normaal”, “dit is knettergek”, “wat is daar nu verkeerd aan?”, “dat is nu eenmaal zo”, “potje breekt, potje betaald”, “Geen moskee in mijn straat”, “it’s gonna be great, it’s gonna be huge”, “Britain is the world’s greatest country”, “wir schaffen das”.
Het zijn woorden van mensen die alle mogelijke argumenten al te vaak hebben gehanteerd en beseffen dat ze inhoudelijk geen bal meer te vertellen hebben.
Rechts moet dan ook krampachtig op zoek naar charismatische persoonlijkheden, rockstar politici, en naar emopolitiek die minuscule zaken poogt op te blazen tot existentiële kwesties.
Dat lukt niet altijd even goed, want het grootste probleem van Rechts is dat het zijn traditionele strijdperk moet verlaten: het politieke centrum, het gravitatiepunt van het conservatisme, bevolkt door een electorale meerderheid die best tevreden is met de zaken zoals ze gaan.
Dat centrum loopt leeg, en de politieke vernieuwing gebeurt in die marges van het politieke terrein die we tot nu toe met de term “extreem” plachtten aan te duiden: extreemrechts en extreemlinks.
Het gehele systeem waarvoor Rechts zo graag als betrouwbaar rentmeester optrad wordt dan ook van binnenuit uitgehold, door “extreme” bewegingen die in tegenstelling tot Rechts wel degelijk een nieuw Groot Verhaal hebben of voorspiegelen.
De enorme, wereldwijde en nieuwe massabewegingen van kritische burgers zullen die nieuwe verhalen wikken en wegen.
Wanneer ze niets anders blijken te zijn dan een geslaagde marketingcampagne voor precies hetzelfde – De Kracht Van Verandering bijvoorbeeld – dan kan dat nog enkele verkiezingsoverwinningen opleveren, maar dan zal de bel na enige tijd wel barsten.
Want wie dan nog hetzelfde tracht te verkopen als dat wat nu al niet meer werkt zal niet genoeg hebben aan “There Is No Alternative” om dat gesleten te krijgen. Rechts is dus, kortom, uitgespeeld.
Jan Blommaert op worldpress.com.