Hoe zat dat weer met links en Vlaams-nationalisme?
In december 2012 publiceerde Jan Blommaert een lange tekst over de relatie tussen de politieke linkerzijde en het Vlaams-nationalisme.
In april 2016 leven we al bijna twee jaar onder wat we nu best het "reëel bestaande nationalisme" noemen. Tijd voor een update van het debat.
Het stuk reageerde op uitspraken van Ludo Abicht en Kevin Absillis, die in opiniestukken het klassieke deuntje zongen van een dwaze en naïeve “zelfverklaarde linkse intelligentsia” die domweg en zonder argumenten het nationalisme afwezen en daarmee zo ongeveer de vreselijkste intellectuele en politieke vergissing begingen.
Ik gaf toen een historiek van dit debat en de argumenten, en concludeerde dat er voor de linkerzijde niets te rapen viel binnen wat in dit land als nationalisme geldt.
In april 2016 leven we al bijna twee jaar onder wat we nu best het "reëel bestaande nationalisme" noemen: een bewind waarbij de N-VA van Bart De Wever de dominante partij is op zowat alle bestuursniveaus in Vlaanderen.
De partij heeft middels geniale campagnes gekenmerkt door een ongezien niveau van populisme de lokale verkiezingen van oktober 2012 en de federale verkiezingen van mei 2014 gewonnen.
We kunnen het oude debat dus nu even opfrissen met een toets aan de realiteit van een nationalistisch bestuur.
Het duurde niet lang vooraleer de contouren van een N-VA Vlaanderen duidelijk werden.
Dat Vlaanderen is uitgesproken rechts en wordt gekenmerkt door een uitdrukkelijke anti-linkse retoriek en politiek ("het is de schuld van de sossen!!" is een stopwoord geworden).
Het is uitgesproken anti-sociaal en rijdt schaamteloos voor een zeer kleine bemiddelde elite - de werkgeversorganisaties hebben zelden zo vaak gejuicht over een regering als nu.
De Antwerpse diamantairs en havenbonzen eveneens. Vakbonden worden verketterd en de aanval op het sociale stelsel van arbeid is ingezet.
De taxshift, het paradepaardje van de regering-Michel, is een voorbeeld van elite-politiek, die nog eens expliciet aangedreven wordt door anti-linkse rancune ook.
Dat betekent ook dat elke vorm van steun aan zwakkere groepen in de samenleving taboe is voor de partij.
Meer nog, de partij stuurt resoluut aan op een verregaande afbouw van de sociale zekerheid.
Vermits armoede in dit land nogal vaak correleert met etnische herkomst, blinkt de N-VA ook uit in anti-migrantenstandpunten en in een zeer zuinige opstelling tegenover de strijd tegen racisme.
Wat dat betreft heeft de partij gewoon het programma van het Vlaams Belang overgenomen - de verkiezingsoverwinning van 2014 was trouwens nagenoeg geheel toe te schrijven aan een Vlaams Belang-electoraat dat overliep naar N-VA.
De N-VA stoottroepen in de regeringen (Jambon en Francken steken er bovenuit) kan men moeiteloos als extreemrechts catalogeren.
De uitgesproken voorkeur voor een etnisch-religieus - racistisch – ingekleurde Law and Order, lokaal zowel als nationaal, kan ons daarbij dan ook niet verrassen.
Wat betreft bestuurskwaliteit presteert de partij buitengewoon slecht.
In diverse steden en gemeenten vielen N-VA coalities uiteen en ontstond een toestand van onbestuurbaarheid.
Het migratiebeleid van Theo Francken, gericht, uiteraard, op géén migratie, werd omver geblazen door een vluchtelingencrisis die te voorzien was maar niet te controleren viel, en het paniekvoetbal in dat segment van het regeringswerk is zondermeer episch - of tragisch, want het beleid van Francken heeft volstrekt lak aan kleinigheden zoals de mensenrechten.
De zwakten van het veiligheidsbeleid van Jan Jambon werden duidelijk in maart 2016 toen IS-aanslagen in Brussel het rookgordijn van stoerdoenerij eromheen wegbliezen.
Jambon, die net als andere N-VA coryfeeën op Twitter z'n tater maar niet kan houden, kwam ook herhaaldelijk in de problemen door onbesuisde, tegen racisme aanschurkende en onbegrijpelijk dwaze uitspraken.
Idem met het sociaaleconomische en begrotingsbeleid, dat de elite-broodheren best vreugde verschaft maar voor het overige geen enkel van de aangekondigde resultaten oplevert.
Intussen beleeft de mega-fiscale fraude hoogdagen en kijken de N-VA'ers in de regering steevast in de andere richting telkens er een nieuwe lading onthullingen verschijnt - Offshoreleaks werd zeer onlangs nog aangevuld met de Panama Papers.
Was dit allemaal te voorzien? Jazeker.
In tegenstelling tot wat de nationalisten-romantici van de Gravensteengroep (en Doorbraak) graag voor waar hielden, was het nationalisme van N-VA van bij aanvang uitdrukkelijk rechts, neoliberaal, etnocratisch, anti-Verlichting en neoconservatief in de morele zin.
Dàt nationalisme was ook van bij aanvang anti-links en staat een wereld- en mensbeeld voor dat haaks staat op het historische alternatief van de emancipatiebewegingen.
Het boek van Ico Maly, N-VA: Analyse van een Politieke Ideologie (EPO 2012) maakte dit alles overduidelijk.
Er is dus niets emancipatorisch aan het reëel bestaande nationalisme dat we sinds de N-VA verkiezingsoverwinningen meemaken. Niéts.
Ik keer nu even terug naar het "links-nationalisme".
Zoals ik in mijn oudere stuk zegde: er is aan de linkerzijde nauwelijks iemand te vinden die "naties" op zich afwijst of veroordeelt; er zijn er echter zeer veel die het concrete natieproject van Vlaams rechts afwijzen.
Nu we dat project in uitvoering meemaken blijf ik de vraag stellen aan zij die jarenlang kankerden op de "zelfverklaarde linkse intelligentsia" dat ze "de kop in het zand stak" door de Vlaams-nationale politieke stroming "weg te zetten en af te serveren", en zo "de boot van de geschiedenis miste" en - meer nog - "de belangen van het volk" zou verraden en "objectief bondgenoot" van de haute finance en de monarchie zou zijn.
Die vraag luidt: moet links zich achter dit concrete project scharen?
Welke linkse dimensie, of welk links potentieel, zou er in het uitgesproken anti-linkse project van het reëel bestaande nationalisme dan wel zitten?
En, euh, als we het nu over "objectieve bondgenoten" zouden hebben, dan hebben degenen die hun hoon uitstrooiden over de linkse critici van het reëel bestaande Vlaams-nationalisme wel behoorlijk wat boter op hun hoofd.
Want zij hebben bijgedragen tot de electorale zegepraal van een nieuw, maar al lang door links gedetecteerd extreemrechts – half verborgen achter een romantische "Vlaamse ontvoogding" waarvan ze, blind als mollen, dachten dat de N-VA en haar Leider die wel een stevige duw in de juiste richting zou geven.
Ze zijn nu, zo men wil, "objectieve bondgenoten" van de haute finance à la VOKA, Fernand Huts en de Antwerpse diamantairs.
De Gravensteengroep heeft zichzelf na de electorale doorbraak van de N-VA stilletjes laten uitdoven.
Daarmee deed ze precies wat Bart De Wever himself na zijn Antwerpse verkiezingsoverwinning voorstelde: "De enige bijdrage die de Vlaamse Beweging vandaag nog kan leveren aan een onafhankelijk Vlaanderen, is ophouden te bestaan".
Doorbraak, dat magazine dat jarenlang zonder last van enige terughoudendheid, en met nog minder kennis van zaken, de zelfverklaarde linkse intelligentsia uitkafferde, richt z'n giftige pijlen nu op het N-VA werk in de regering.
In Doorbraak verscheen ook het enige in memoriam voor Louis Van Geyt, de man die de Communistische Partij in haar late nadagen in de richting van het flamingantisme duwde.
In dit stuk, natuurlijk van de hand van Ludo Abicht, wordt die nationalistische kramp met de grootste pudeur wegverwoord.
De rol van deze zogenaamd "links-nationalistische" organisaties als wegbereider van de extreemrechts-nationalistische N-VA is uitgespeeld, en dus verlaten ze voor die partij ook liefst zo rap mogelijk de bühne van het debat over Vlaanderen.
Ook de nieuwe "links-nationalistische" groupuscule Vlinks zal hetzelfde lot beschoren zijn. I hate to say I told you so.
Degene die mede het doelwit vormde van De Wevers brutale uitval, erevoorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en animator van Doorbraak, Peter De Roover, werd in 2014 op een N-VA lijst verkozen, is nu fractievoorzitter van die partij in het Federale Parlement en wordt door kenners getipt als de volgende N-VA voorzitter.
De Roover, die destijds zo graag de linkerzijde opriep om zich achter de Vlaamse beweging te scharen en in bepaalde kringen ook werd gesleten als een "redelijk linkse" flamingant, verdedigt nu de extreemrechtse en neoliberale standpunten van zijn partij.
Hij is degene die de bevolking mocht meedelen dat een parlementair onderzoek van de Panama Papers zou neerkomen op "kranten lezen" en dus niet meteen nuttig was.
Zijn voormalig huisblaadje Doorbraak steekt nu onverholen de draak met hem. Tot zover de links-nationalistische begeestering.
Ter wille van het smeer likt de kat de kandeleer.
Ik zie dan ook geen redenen om mijn eerder houding tegenover nationalisme te herzien.
Integendeel, wie nu, vanuit het reëel bestaande nationalisme, terugkijkt op een kwarteeuw debatten over links en nationalisme, zal meer dan ooit redenen hebben om de consequente afwijzing van het concrete Vlaams-nationalisme door de hoofdmoot van links in dit land te begrijpen.
Het is immers dit concrete Vlaams nationalisme dat een extreemrechts en neoliberaal offensief zonder voorgaande voert.
Wie me kan uitleggen waarom ik dit als linkse intellectueel zou moeten steunen is welkom, maar zal er z'n werk aan hebben.
Het is de taak en opdracht van links om, meer dan ooit, keihard oppositie te voeren tegen dit concrete nationalisme.
Want in zoverre het nog als doel heeft om een autonoom (zoniet onafhankelijk) Vlaanderen te realiseren, gaat het om een Vlaanderen waarin links gewoon niet thuis hoort - en dat zeggen de leiders van het reëel bestaande Vlaams-nationalisme zelf, en zonder omwegen.
Bron: Jan Blommaert op www.dewereldmorgen.be