TER POPULARISERING VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN
afdeling Oostende
51e jaarprogramma
|
De banaan als een parabel voor onze tijd
Johann Hari is columnist van The Independent. Honderd jaar lang konden enkele bananenbedrijven hun zin doen. En wat deden ze? Ze brandden wouden plat, haalden democratieën onderuit en vernietigden de vrucht zelf. Onder de krantenkoppen over astronomische voedselprijzen en wankelende regeringen schuilt een meestal onopgemerkt feit: de banaan gaat dood. Een voedsel dat op grotere schaal verbruikt wordt dan rijst of aardappelen heeft zijn eigen vorm van kanker. Het is een schimmel, de panamaziekte, die de bananen steenrood en oneetbaar maakt. Er bestaat geen remedie. Alle aangetaste bananen sterven en de ziekte verspreidt zich snel. Binnenkort, over vijf, tien of dertig jaar, zal de gele malse vrucht die we nu kennen niet meer bestaan. Het verhaal van de opkomst en de val van de banaan kan gezien worden als een vreemde parabel over de grote bedrijven die de wereld steeds sterker in hun greep hebben en over de toekomst die zij voor ons scheppen. Op het eerste gezicht lijken bananen puur natuur, maar de schijn bedriegt. De huidige banaan is een heel bewuste creatie. Tot honderdvijftig jaar geleden groeide er in de jungles van de wereld een heel assortiment bananen, die altijd in hun onmiddellijke omgeving verbruikt werden. Sommige variëteiten waren zoet, ander zuur. Ze konden groen of paars of geel zijn. Een onderneming, United Fruit, haalde een bepaalde variëteit, de ‘gros michel’, uit de jungle, begon ze massaal te kweken op gigantische plantages en bracht ze in koelschepen de wereld rond. De banaan werd gestandaardiseerd tot een enkel gebruiksvriendelijk model: geel, smeuïg en handig voor in de boterhammendoos. Het was in zekere zin een geniaal idee, maar United Fruit ontwikkelde een wreed bedrijfsmodel om het in de praktijk te brengen. Dan Koeppel legt in zijn briljante “Banana: The Fate of the Fruit That Changed the World” uit hoe het werkte: eerst zoek je een arm, zwak land. Je zorgt dat de regering jou belangen dient. Als ze dat niet doet, breng je ze ten van en vervang je ze door een andere. Vervolgens brand je de regenwouden plat en leg je bananenplantages aan. Je zorgt dat de plaatselijke bevolking afhankelijk van je wordt. Je drukt elk teken van vakbondsactiviteit de kop in. Daarna is het jammer genoeg mogelijk dat je de bananenvelden ziet sterven aan de vreemde ziekte die overal ter wereld op de bananen loert. Als dat gebeurt, gooi je er tonnen chemicaliën op om te zien of dat helpt. Als het niet helpt, ga je naar een ander land. En je herbegint. Bananenbaron Het klink als een karikatuur, tot je onderzoekt wat er echt gebeurd is. In 1911 besloot bananenbaron Samuel Zemurray de staat Honduras over te nemen om er zijn privéplantage van te maken. Hij trommelde internationale gangsters op, zoals Guy ‘Machino Gun’ Maloney, bracht een privélegertje op de been, viel het land binnen en installeerde een amigo als president. De uitdrukking ‘bananenrepubliek werd uitgevonden om de slaafse dictaturen te beschrijven die aan de macht werden gebracht om de bananenbedrijven te behagen. In de vroege jaren vijftig verkoos het volk van Guatemala een leraar wetenschappen, Jacobo Arbenz, omdat hij beloofde een deel van het land van de bananenbedrijven onder de miljoenen landloze boeren te verdelen. President Eisenhower en de CIA (geleid door een gewezen werknemer van United Fruit) gaven opdracht dat de “communisten” gedood moesten worden en stelden enkele handige methoden voor: ”hamer, bijl, moersleutel, schroevendraaier, pook of keukenmes”. De tirannie die zij in het zadel brachten zou meer dan 200.000 mensen vermoorden. Maar wat heeft dat te maken met de ziekte die de bananen uitroeit? Zelfs wanneer ze een zo onschuldig product als bananen verkopen, hebben de grote ondernemingen slechts één doel voor ogen: zoveel mogelijk winst maken voor hun aandeelhouders. In een goed gereglementeerde gemengde economie is dat een goede zaak, omdat het welvaart schept of nieuwe idee¨én oplevert. Maar als de bedrijven niet streng worden gereglementeerd, zullen ze alles doen om zo snel mogelijk winst te maken. Dan beginnen ze irrationele dingen te doen, zoals het milieu kapotmaken waarvan ze zelf afhankelijk zijn. Stervende cavendish Niet lang nadat de panamaziekte in het begin van de twintigste eeuw bananen begon te doden, waarschuwden de wetenschappers van United Fruit dat het bedrijf twee fouten maakte. Het ontwikkelde een gigantische monocultuur. Als elke banaan van dezelfde variëteit is, zal een ziekte die de keten gelijk waar binnendringt zich snel verspreiden. De oplossing? Diversifiëren naar meer verschillende soorten bananen. De quarantainenormen van het bedrijf stelden evenmin veel voor. Zelfs de mensen die de besmetting moesten bestrijden, stapten gezonde velden in met grond vol schimmels aan hun schoenen. Diversificatie en quarantaine kosten geld en United Fruit had geen zin om te betalen. Het maakte liever zo veel mogelijk winst. Als het slecht afliep? Kon het nog altijd uit de bananen stappen. Tegen 1960 was de ‘gros michel’, die United Fruit als enige banaan aan de man had gebracht, morsdood. Men ging haastig op zoek naar een vervanger die immuun was voor de schimmel. Het werd de ‘cavendish’. Kleiner, minder smeuïg en makkelijker gekneusd, maar goed genoeg. Maar net als in het vervolg op een griezelfilm keerde de moordenaar weer. In de jaren tachtig werd de ‘cavendish’ op zijn beurt ziek. Nu is ook hij aan het sterven – zijn immuniteit blijkt een mythe te zijn. In veel delen van Afrika is de oogst met 60 procent gedaald. De wetenschappers zijn het erover eens dat de schimmel uiteindelijk alle cavendishbananen overal ter wereld zal aantasten. Er bestaan nog meer variëteiten, maar die verschillen allemaal zo sterk van de banaan die wij kennen dat het heel andere en veel minder aantrekkelijke vruchten lijken. De grootste kanshebber is de ‘goldfinger’, die harder en scherper is en ‘de zure banaan’ genoemd wordt. De combinatie van het wangedrag van grote bedrijven en natuurlijke beperkingen heeft ons in een doodlopend straatje doen belanden. De enige mogelijke hoop is een genetisch gemodificeerde banaan die bestand zou zijn tegen de panamaziekte. Maar dat is nog verre toekomstmuziek en veel mensen voelen er weerstand tegen: wie lust een banaan met vissengenen. Milkshake met bloed en schimmel Wanneer we tegen een natuurlijke grens als de panamaziekte botsen, zijn we eerst overstuur en daarna beledigd. Ik vind het instinctief bizar dat de lekkere gele banaan uit de voedselvoorziening van de wereld kan verdwijnen, omdat ik opgegroeid ben in een cultuur zonder besef van fysieke grenzen aan wat we kunnen kopen en eten. Is deze vreemde milkshake van bananen, bloed en schimmel een parabel voor onze tijd? Honderd jaar lang konden enkele bedrijven ongestoord en zonder regels hun zin doen met een prachtige vrucht. En wat gebeurde er? Ze hadden een goed idee. En om daar de winst tot de laatste druppel uit te persen brandden ze regenwouden plat, haalden ze democratieën onderuit en vernietigden ze uiteindelijk de vrucht zelf. Maar hebben we iets geleerd? Overal ter wereld vertellen politici als George Bush en David Cameron ons dat de regulering van grote bedrijven een ‘dreiging’ is die afgeweerd moet worden. Ze zeggen zelfs dat wij het klimaat van de planeet aan die bedrijven moeten toevertrouwen. Je lacht je krom.
Terug | Omhoog |