Europese en Amerikaanse vervuiling veroorzaakte droogte in Afrika
Tientallen jaren van droogte in Centraal-Afrika bereikten hun piek in 1980. Onderzoekers van de Universiteit van Washington linken dit nu voor een belangrijk deel aan de pollutie in onze contreien.
Het Tsjaadmeer, een ondiep meer tussen Kameroen, Niger, Nigeria en Tsjaad dat voornamelijk dient voor de irrigatie van de landbouw in deze landen, droogde bijna volledig op.
Het krimpende meer en de toenemende droogte werden aanvankelijk toegeschreven aan overbegrazing en slechte landbouwpraktijken. Meer recent werd het Tsjaadmeer een voorbeeld van de opwarming van de aarde.
Verschuiving van de regenzone
Onderzoekers van de Universiteit van Washington (UW) kwamen tot de slotsom dat de droogte voor een belangrijk deel veroorzaakt werd door de luchtvervuiling in het noordelijk halfrond. Hun bevindingen werden gepubliceerd in Geophysical Research Letters.
Aerosoldeeltjes als gevolg van steenkoolverbranding in fabrieken in de VS en Europa in de jaren 1960, 1970 en 1980 koelden het hele noordelijke halfrond af en veroorzaakten een zuidwaartse verschuiving van tropische regenzones.
Het gevolg was dat die regens de Sahel niet meer bereikten, de Afrikaanse regio net onder de Saharawoestijn.
Toen de VS en Europa wetten voor schonere lucht invoerden, zag men opnieuw een verschuiving van de regenzone, en een vermindering van de droogte.
Regenmetingen
Eerder onderzoek suggereerde al een verband tussen de verbranding van kolen en de droogte in de Sahel, maar deze studie maakt voor het eerst gebruik van decennia van historische waarnemingen die de wereldwijde verschuiving van regenzones aantonen.
"Een van onze onderzoeksstrategieën is om uit te zoomen", zegt hoofdauteur Yen-Ting Hwang. "In plaats van de neerslag op een bepaalde plaats te bestuderen, proberen we patronen te onderscheiden."
Om vast te stellen dat de droogte in de Sahel onderdeel was van die brede verschuiving, keken de auteurs naar de resultaten van regenmetingen tussen 1930 en 1990.
Andere plaatsen aan de noordelijke rand van de tropische regenzone, zoals het noorden van India en Zuid-Amerika, kregen ook te maken met een droger klimaat in de jaren 1970 en 1980.
Plaatsen aan de zuidelijke rand van de regenzone, zoals het noordoosten van Brazilië en de Grote Meren in Afrika, waren natter dan normaal.
"We vinden het belangrijk dat mensen weten dat de uitstoot van sulfaataerosoldeeltjes niet alleen lokaal de lucht vervuilen, maar ook afgelegen klimaateffecten hebben", zegt Hwang.
In onze contreien werd de afkoeling naar aanleiding van de uitstoot van die deeltjes niet onmiddellijk ervaren omdat er ook de opwarming was door het broeikaseffect door een verhoogde CO2-uitstoot, waardoor de temperatuur min of meer stabiel bleef, zo verklaren de auteurs in de studie.
"Lange tijd werd gedacht dat de droogte voor een groot deel te wijten was aan slechte landbouwpraktijken en woestijnvorming.
Maar in de afgelopen twintig jaar hebben we ons gerealiseerd dat dit een verkeerde redenering was. Atmosferische en oceanologische patronen zijn beduidend krachtiger in het bepalen van de plaats waar de regen valt", zegt coauteur Dargan Frierson.
Bron: IPS in www.dewereldmorgen.be