Ten oorlog! Nu ook in Syrië!
De toestand in Syrië is ernstig, maar hysterie is een slechte raadgever.
Oud-VRT-journalist en Midden- Oostenkenner Jef Lambrecht is de auteur van onder meer De Arabische Revolutie en De heilige wereldoorlog.
Tegen beter weten in wordt het simplistische verhaal volgehouden van een vreedzaam volk dat massaal en met doodsverachting in opstand komt tegen een tiran die reageert met massamoord.
Wat niet in die baseline past, wordt genegeerd.
Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders durft om veiligheidsredenen niet overnachten in de Libische hoofdstad Tripoli.
De stad is een half jaar geleden met Westerse deskundigheid bevrijd.
Pas achteraf kregen we een beetje zicht op de partij waar de NAVO maandenlang de luchtmacht van was.
Ze bleek te bestaan uit tientallen legertjes die vervolgens weigerden te ontwapenen en mee te marcheren in het democratisch project.
Alleen al in Misrata zijn er 250 van. Maar wie kijkt nog naar Misrata, nu een nieuw Benghazi-moment gloort?
Het is ongeveer een jaar geleden dat Guy Verhofstadt publiek zijn ergernis luchtte over de passiviteit van de EU tegenover Kadhafi en eiste dat hij voor het Internationaal Strafhof zou worden gesleept.
Dat laatste kan niet meer en we weten waarom.
Het zal ook niet gebeuren met zijn zoon Saif al-Islam, nog altijd de gijzelaar van een militie in Zintan, al zijn daarover dure eden afgelegd door de Libische Overgangsraad.
De bevrijding van Libië en de invoering van de democratie zijn geen spetterend succes.
De schrik van Reynders spreekt boekdelen.
Alweer is de situatie dringend en alweer pleit Verhofstadt voor een interventie, deze keer in Syrië.
Hij is niet de eerste en niet de enige.
Nu Moskou en Peking hun veto hebben gesteld tegen een nieuw avontuur naar Libisch model, moet er een coalition of the willing komen.
De term werd destijds gelanceerd door George Bush Jr. bij zijn even tragische als dure interventie in Irak.
Verhofstadt, die 'alle opties' wil openhouden, kan surfen op een stemming bij de media die tot voor een jaar in Bashar al-Assad nog een 'hervormer' herkenden.
De gelijkenis met Kadhafi, die na zijn plotse bekering in 2003 een vriend van het Westen was geworden, is frappant.
Toch is er twijfel, zelfs bij Verhofstadt, die ik wegens zijn idealisme een warm hart toedraag.
Er moet materiële en technische ondersteuning komen voor 'organisaties die het volk vertegenwoordigen'.
Die 'moeten wel de bescherming van de mensenrechten en de vrijheid van godsdienst voor ogen hebben, en niet het terrorisme of het destabiliseren van de buurlanden'.
Hoezo terrorisme? Al Qaida was toch dood en samen met Bin Laden in zee begraven?
Of heeft de CIA toch gelijk wanneer ze in de recente zelfmoordaanslagen in Aleppo en Damascus de hand ziet van Al Qaida in Irak en is er geanticipeerd op al-Zawahiri's oproep om in Syrië alle zeilen bij te zetten?
De prijs van een kalashnikov in Irak is in korte tijd ruim vertienvoudigd wegens de sterke Syrische vraag.
Wie koopt die wapens, wie smokkelt ze over de grens, wie gebruikt ze?
Was de revolutie er niet een van het vreedzame ongewapende volk?
Of was de aanslag van 11 januari waarbij de Franse cameraman Gilles Jacquier om het leven kwam in Homs geen hinderlaag van het regime maar, zoals Le Figaro schreef en de waarnemers van de Arabische Liga daarna bevestigden, het werk van de rebellen?
Libië was en blijft een verhaal met onaangename verrassingen maar Syrië is met nog veel meer wolfijzers en schietgeweren bezaaid.
Terecht maakt Verhofstadt zich zorgen over een mogelijke destabilisering van de buurlanden.
De naoorlogse geschiedenis van het Midden-Oosten biedt helaas weinig voorbeelden van Westers ingrijpen met een goede afloop.
Niet dat de drang om ons te mengen met de zaken van een wereld waar we bedroevend weinig van weten ooit is bekoeld.
Even hardnekkig zweren we, wanneer het zo uitkomt, bij de grenzen die we zelf in de regio hebben getrokken.
Vanzelfsprekend staat wat in Syrië gebeurt niet los van Iran.
Men struikelt niet over de analyses van de opmerkelijke coalitie die het Westen is aangegaan met de weinig democratische Golfmonarchieën van de GCC (Gulf Cooperation Council) voor de selectieve promotie van de revolutie.
Het bondgenootschap van Turkije, Qatar, het Westen en de moslimbroeders baart geen opzien.
De onenigheid binnen de Arabische Liga, waar Libanon maar ook Algerije en Irak niet de koers willen volgen van Doha, blijft zedig toegedekt.
We zullen zien wat er gebeurt wanneer Irak volgende maand het voorzitterschap van de Liga overneemt van Qatar.
Doha zal ongetwijfeld proberen om voor die tijd iets te forceren.
Het wordt volop geprobeerd. De coalition of the willing en de 'Vrienden van Syrië' wijzen welke richting het uitgaat.
Libië is een pijnlijke waarschuwing. Zelfs Egypte is dat tot op zekere hoogte.
We kijken liever niet naar Jemen waar Al Qaida zich heeft genesteld op enkele tientallen kilometer van de Golf van Aden.
We denken dat het afgelopen jaar een reuzenstap vooruit was.
Toch wagen weinigen het nog om van een 'lente' te spreken.
Daarvoor is het plaatje te grimmig. De spanningen stapelen zich op in de landen waar de heerser is verdreven.
De economische toestand is er catastrofaal. Met de mensenrechten is het niet noemenswaardig beter gesteld.
Het antwoord op de oprukkende moslimbroederschap is dat ze een soort christendemocraten zijn, maar dat geloven wij alleen en we luisteren niet naar de waarschuwingen van de Syrische dichter Adonis.
Hij is oud, niet meer van deze tijd, en moet dus zwijgen en in stilte de Nobelprijs ontvangen.
Zelden wordt de oorlogszucht van Sarkozy verklaard door de nakende presidentsverkiezingen.
Er is weinig oog en oor voor wat de 'geïsoleerde' rest van de wereld denkt en ook niet voor de teloorgang van de nationale soevereiniteit, zelfs wanneer ze verpulvert binnen onze eigen Unie.
Het doet er blijkbaar niet toe dat we worden voorgelicht door journalisten die hun partijdigheid niet eens proberen te verstoppen.
Voor alle duidelijkheid en ten overvloede: de toestand in Syrië is ernstig en een 'slachting' onder de bevolking door de zogenaamde ordetroepen is vanzelfsprekend onduldbaar.
Maar hysterie is een slechte raadgever tenzij men een herhaling beoogt van de burgeroorlog in Libanon maar dan op een veel grotere schaal.
Een gebalanceerde kijk op wat er in Syrië zelf en achter de schermen gebeurt is niet alleen wenselijk maar broodnodig wil het Westen niet opnieuw verantwoordelijk zijn voor een debacle in een gebied dat, als geen ander in de moderne geschiedenis, door onheil is geteisterd.
Aan 'schijfjes werkelijkheid', zoals Donald Rumsfeld het noemde, is er geen gebrek natuurlijk, en, zoals Rumsfeld het ook graag zag, is er steeds minder kritiek, onafhankelijke duiding of samenhang.
Het blijft bij schijfjes.
Dat komt misschien omdat journalisten het bos niet zien door de bomen, misschien ook omdat ze lui zijn of denken te moeten opkomen voor de goede zaak, en zeker ook om niet af te wijken van wat de collega's zeggen.
Ze schnabbelden voor de rebellenzender in Libië of ze rijden eigenhandig de strijders van het Vrije Syrische Leger naar de grens.
Die krijgers zijn 'deserteurs' die steun verdienen, ook al is dit bont allegaartje geen partij voor het echte leger.
Zullen we ze bewapenen? De vraag is overbodig, het gebeurt al volop. Maar zal dat leiden tot minder geweld?
Tegen beter weten in wordt het simplistische verhaal volgehouden van een vreedzaam volk dat massaal en met doodsverachting in opstand is tegen een tiran die reageert met massamoord.
Wat niet in die baseline past, wordt genegeerd.
De dodencijfers komen hoofdzakelijk uit Londen, van het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten.
Wie kent deze schimmige instantie die vanuit de Emiraten wordt gefinancierd?
Er worden geen vragen gesteld over de absolute monarchieën in de Golf die dankzij de Arabische onrust en dus stijgende olieprijzen alleen nog zoveel rijker zijn geworden.
De intriges van buitenlandse mogendheden worden weggemoffeld of, als het niet anders kan, zonder commentaar geacteerd.
De mening van Parijs, Londen, Washington en Doha is die van de 'wereldgemeenschap'.
'Burgerjournalisten' ('40.000 doden hier in Homs!' papegaait de radio) voeden de heilige verontwaardiging.
Onze inmiddels dwangmatige behoefte aan krachtdadig optreden duldt geen tegenstemmen, relativering, onderzoek van cijfers...
Hoe Syrië er na de regimewissel zal uitzien is ons een rotzorg, zoals het ons ook niet kan schelen dat Libië sinds ons succesvol optreden wordt verscheurd door vechtende bendes.
Want, zoals een onversaagd oorlogsreporter me ooit zei, 'het gaat niet om hen, het gaat om ons!'
Bron: Jef Lambrecht in De Morgen
Jef Lambrecht gaf reeds een lezing voor de Volkshogeschool.