TER POPULARISERING VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN
afdeling Oostende
54e jaarprogramma
|
Stel je voor dat een elite-eenheid van het Soedanees leger met tanks en kanonnen, op vraag van Khaddafi, Libië zou binnenrollen.
De wereld zou te klein zijn.
De VN-Veiligheidsraad zou prompt bijeen worden geroepen, er zouden sancties tegen Soedan worden uitgevaardigd, en heel waarschijnlijk zou de machtsontplooiing van Soedan beantwoord worden met een militaire tegeninterventie van het Westen.
Dat is nochtans exact wat op zondag 13 maart 2011 is gebeurd in Bahrein.
Troepen van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn Bahrein binnengevallen, op vraag van Hamad ibn Isa Al Khalifa, de koning van Bahrein.
Wellicht worden daarbij Belgische wapens gebruikt, vermoedelijk kanonnen.
Of daarbij Belgisch tuig gebruikt wordt dat kort geleden nog werd aangekocht op de beurs die onze minister van Oorlog zonodig moest bezoeken, laat ik hier in het midden. [1]
In elk geval volgde er geen veroordeling van onze politieke leiders, laat staan een samenroeping van de VN-Veiligheidsraad of sancties tegen de betrokken staten.
Van militaire tegenacties van het Westen was uiteraard geen sprake.
Volgens Washington is de militaire operatie ‘geen invasie’. [2]
Geen vuiltje aan de lucht dus.
Laat ons de denkoefening (het afleggen van de westerse bril) die we hierboven en vorige week [3] maakten, even verder zetten.
Stel dat de Shanghai Coöperatie, zowat de tegenhanger van de NAVO, [4] zou aansturen op een vliegverbod boven Bahrein.
En dat Iran zou overwegen om preventief enkele stellingen van het Bahreinse leger te bombarderen (zoals Frankrijk in Libië wil doen).
Het kot zou weeral te klein zijn.
Of nog, stel dat China, indien het dat al zou kunnen, zware oorlogsbodems voor de kust van Bahrein en Saoedi-Arabië zou brengen en militaire verkenningsvluchten boven het luchtruim van die landen zou uitvoeren (zoals de VS dat nu doen vlakbij en boven Libië).
Zo’n scenario is gewoon ondenkbaar. We zouden prompt in een ware oorlogshysterie terechtkomen.
Westerse arrogantie
Alleen, als Europa of de VS zoiets overwegen of zelfs in de praktijk brengen, dan lijkt dat OK en kan het zelfs op sympathie rekenen.
We denken nog steeds dat de wereld van ons is en dat wij – en wij alleen - ons van alles kunnen permitteren.
Ik vrees dat die periode voorbij is, maar dat we het nog niet goed beseffen.
De krachtsverhoudingen wereldwijd zijn in versneld tempo aan het wijzigen, overal, van Latijns-Amerika, over Azië tot in de Arabische wereld.
Maar in ons denken zitten we nog (vast) in de fase waarbij wij het voor het zeggen hadden.
De westerse elite heeft in elk geval alles gedaan en doet nog steeds alles om de Arabische lente in de kiem te smoren.
Om te beginnen in Tunesië.
Parijs heeft overwogen elite-eenheden van de Franse oproerpolitie te sturen kort voordat de Tunesische president het land is ontvlucht.
Nadien in Egypte. Het Pentagon gaf tot op de laatste dag van de Nijlrevolutie advies aan het regime van Moebarak.
Topdiplomaten van de VS staan de monarchen van de Golf bij om de opstanden de kop in te drukken.
Dat Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten tanks en troepen sturen naar Bahrein is ondenkbaar zonder de steun van de VS en de wapens van het Westen.
En is vermoedelijk gebeurd op aansturen van het Westen.
Die houding zou wel eens vroeger dan later als een boemerang in ons gezicht kunnen terechtkomen.
De volkeren in het Zuiden hebben heel goed door wat er aan het gebeuren is en welke rol het Westen daarin speelt.
Een doos van Pandora
In het piepkleine Bahrein staat veel op het spel.
Er ligt een strategisch zeer belangrijke militaire basis van de VS.
Maar er is meer, de grootste olievoorraden van Saoedi-Arabië liggen in de provincie grenzend aan Bahrein.
En die provincie is eveneens bevolkt met een sjiitische meerderheid.
Als Bahrein valt, zou dat heel snel kunnen overslaan naar die provincie met alle gevolgen van dien.
Dat zou een catastrofe betekenen voor de westerse oliebelangen.
Met het sturen van troepen opent zich echter een doos van Pandora.
De kans is groot dat de rebellie zich zal radicaliseren.
Bovendien is het een uitnodiging aan het adres van Iran of Hezbollah om hun sjiitische geloofsgenoten ter hulp te komen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Noten
Bron: Marc Vandepitte in www.dewereldmorgen.be
Terug | Omhoog |