symbool

titel volkhogeschool
TER POPULARISERING VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN
afdeling Oostende
53e jaarprogramma
symbool

Eduardo Galeano: ‘Waar zijn de dromen, de beloften, de hoop?

Op de inter-Amerikaanse top in april gaf Hugo Chávez een boek cadeau aan Barack Obama. Meteen schoot "De aderlating van een continent. Vijf eeuwen economische exploitatie van Latijns-Amerika" naar de top van de verkoopslijsten in Noord- en Zuid-Amerika. De auteur, Eduardo Galeano, is al vier decennia een literaire god in Latijns-Amerikaanse kringen. Dankzij de Chávez-boekenclub verovert hij nu opnieuw ook de rest van de wereld.

"De aderlating van een continent" werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1971 (en in 1976 in het Nederlands vertaald), maar het blijft een mijlpaal in de geschiedschrijving over de regio. De Chileense schrijfster Isabelle Allende omschrijft het boek als ‘een massief fresco van de Latijns-Amerikaanse geschiedenis, een mengeling van politieke overtuiging, poëtische taal en schitterende vertelkunst’.

Galeano zet in de openingszin van zijn boek meteen de toon: ‘Onze rijkdom is altijd de oorzaak geweest van onze armoede, doordat onze rijkdom de voorspoed van anderen tot voedsel diende. In de koloniale en neokoloniale alchemie verandert het goud in oud ijzer en het voedsel in vergif.’ De recente heropleving van de grondstoffenexploitatie en de moeizame strijd voor soevereiniteit die vandaag in verschillende Latijns-Amerikaanse landen geleverd wordt, maken de hernieuwde aandacht voor het boek meer dan terecht.

Eduardo Galeano werd in 1940 geboren in Uruguay. Hij begon zijn loopbaan als journalist en publicist voor kranten en tijdschriften. In de loop van de jaren is hij steeds zuiniger geworden in zijn schrijven. Te midden van al het rumoer van de wereld is de stilte voor hem een kostbaar goed. Voor woorden moet je ook zorg dragen, vindt hij. Zo zegt hij over zijn voorlaatste boek, Voces del tiempo (2006): ‘Elk woord dat is overgebleven, is beter dan de stilte. De woorden die erin staan, verdienden werkelijk om er te staan, om te bestaan.’ Zijn recentste boek, Espejos. Una historia casi universal (2008) is opnieuw een bundeling van korte verhalen, samengesteld uit een mengeling van fictie en realiteit.
Galeano geeft haast geen interviews, daarom vertaalden en verwerkten we een recent gesprek met Maria Laura Santillán voor de Argentijnse tv en een gesprek uit 2006 met Julia Sweig van de Council on Foreign Relations op de Charlie Rose Show.

De natuurlijke rijkdommen van Latijns-Amerika staan opnieuw volop in de belangstelling. Is er iets veranderd sinds de publicatie van De aderlating van een continent?

Eduardo Galeano: De natuurlijke rijkdommen verlaten het land nog steeds op een niet erg vriendelijke manier. Ze zeggen geen goedendag en je ziet ze nooit meer terug. In Bolivia is dit verhaal zo oud als de exploitatie van het zilver in Potosí. Toen Evo Morales, kort nadat hij was aangetreden als president, de olie- en gasexploitatie nationaliseerde, was de verontwaardiging groot.
Toch voerde hij alleen maar uit wat hij tijdens zijn verkiezingscampagne had beloofd. Bolivia is een land dat eeuwenlang onder de vloek heeft geleefd van rijk te zijn aan grondstoffen. In een wereld die gespecialiseerd is in het van elkaar scheiden van woorden en daden, heeft hij zich aan zijn woord gehouden. Voor een indiaan staat ‘je woord geven’ gelijk aan jezelf geven.
Bolivia heeft de buitenlandse ondernemingen wel nodig om de rijkdommen te ontginnen. Het land wil ook een plaats in de mondiale economie.
Eduardo Galeano: Sinds het begin van de verovering van Latijns-Amerika maakt Bolivia deel uit van de wereldeconomie. De belangrijkste bron voor de ontwikkeling van het Westen was het zilver van Potosí. Bolivia behoorde tot de wereldeconomie, maar als slaaf. Hét grote probleem dat Morales en de andere leiders van Latijns-Amerika vandaag hebben, is een probleem van waardigheid. Ze willen binnenkomen door de voordeur. Ze willen niet langer vernederd worden.

Is er dan niets veranderd tussen 1971 en vandaag?

Eduardo Galeano: De kloof tussen wie heeft en wie niet heeft, is groter geworden. Economisch gezien is de situatie dus slechter geworden. Maar ook cultureel gezien oogt het panorama complexer. Toen ik De aderlating schreef, was iedereen het erover eens –links, rechts én centrum, zowel in Latijns-Amerika als in de VS– dat armoede het resultaat was van onrecht. Vandaag denken heel veel mensen dat armoede het resultaat is van inefficiëntie, van een slechte aanpak van de dingen.
Op het gebied van de democratie is er enige vooruitgang. Mondiaal kun je zeggen dat democratie daagt aan de horizon. Na zoveel jaren van militaire dictatuur is het een vooruitgang regeringen te hebben die we zelf konden kiezen. Maar het is heel moeilijk waarachtige democratie op te bouwen in een wereld die niet echt democratisch is. Het probleem is dat er nog altijd een superregering is die zich boven al die regeringen plaatst en de kleine regeringen negeert.

Intussen slaat de economische crisis toe. In Latijns-Amerika zal de armoede dit jaar toenemen met tien tot vijftien procent en vier miljoen banen staan op de tocht, volgens de VN.

Eduardo Galeano: Deze crisis bevestigt dat de wereld op zijn kop staat, de voeten omhoog en het hoofd naar beneden. Wat bestraft moet worden, wordt beloond, en omgekeerd. Speculeren wordt beloond en werken wordt gestraft. Vandaag zien we de ontmaskering van dat systeem, een systeem dat gebaseerd is op het privatiseren van de winsten en het socialiseren van de verliezen.
Vandaag zegt dat systeem: ‘Zo ben ik, dit is mijn wezen. Al de rest is een leugen, een grote propagandamachine.’ De crisis is een alarmsignaal dat over de hele wereld weerklinkt en ook in Latijns-Amerika zijn echo heeft. En vooral de armen zullen hier alweer de prijs voor betalen. In de oorlog sterven de armen, niet de rijken.

Wat denkt u van de manier waarop de crisis wordt aanpakt?

Eduardo Galeano: In deze stormachtige tijden roept de markt de staat te hulp. En de staat snelt toe. In de rijke landen van het Noorden is dat minder een probleem omdat ze over een sterke staat beschikken. Maar die zelfde landen van het Noorden hebben in het Zuiden puree gemaakt van de staat. Kijk naar Argentinië, hoe ze dat land vernield hebben. Natuurlijk rest er dan niet veel om je mee te verdedigen. Het recht op zelfverdediging is een privilege van de rijke landen geworden. De arme landen hebben dat recht niet meer, en wie dat dan toch opeist, wordt een populist of demagoog genoemd.
De aanpak van de crisis is gebaseerd op dezelfde mechanismen die de crisis hebben veroorzaakt. Het beste wat je dan kan overkomen, is dat ze je niet te veel op de vingers kijken, zodat je je eigen weg kunt gaan. Het kan best zijn dat er vanuit dit genegeerde en miskende deel van de wereld deeltjes van oplossingen worden aangedragen. Ik denk bijvoorbeeld dat je de banken moet nationaliseren. De immense hoeveelheid geld die ze nu cadeau krijgen, zou moeten dienen om van de banken opnieuw publiek eigendom te maken.

Heeft de vrije markt gefaald?

Eduardo Galeano: De vrije markt is een grote leugen. Die bestaat trouwens niet. De verwarring tussen vrije markt en de menselijke vrijheid is een gevaarlijke verwarring. Tegen ons, ontwikkelingslanden, zegt men dat het belangrijk is ‘toe te treden tot de wereld’. Maar dan wel door de achterdeur, als dienstmeid. Ik ben blij dat Uruguay het vrijhandelsverdrag met de VS uiteindelijk niet heeft getekend. Onder druk van de regerende linkse partij, het Frente Amplio, is het akkoord niet doorgegaan. De VS dwongen ons te dansen op het ritme van de Titanic.

Bent u hoopvol gestemd over Obama?

Eduardo Galeano: Ik zou niet in zijn plaats willen zijn. De crisis is nooit zo ingrijpend geweest als nu. Hij heeft ook geen diepgaande veranderingen aangekondigd, ik denk niet dat we dat van hem moeten verwachten. Voor de VS en voor de hele wereld is Obama vooral belangrijk als symbool in de strijd tegen racisme in een land waar het racisme nog steeds brandend actueel is.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog mochten zwarten in de VS niet eens bloed geven. De voorzitter van het internationale Rode Kruis was zelf een zwarte en heeft daar toen ontslag om genomen. In historisch perspectief is dat een kwartier, tien minuten geleden. Daarom vind ik het zo belangrijk dat Obama president is.

Ook Latijns-Amerika voert vandaag een strijd tegen het diepgewortelde racisme.

Eduardo Galeano: Inderdaad, racisme richt zich tegen iedereen die verschillend is. Tegen de mestiezen, de mulatten, de indianen, tegen de joden en de Palestijnen – die de joden zijn van de Joden. Nochtans is diversiteit de grootste rijkdom die er is op aarde. Nog steeds leven we in een wereld van eersterangs-, tweederangs-, derderangs- tot vierderangsburgers. Ook de doden zijn niet gelijk.
Het aantal gesneuvelde Irakezen woog niet even zwaar als het aantal gesneuvelde Amerikanen. Niemand weet zelfs hoeveel Irakezen het leven lieten. Een half miljoen? Een miljoen? Elke minuut sterft een kind van de honger, of van een ziekte die genezen kan worden. En elke minuut wordt er drie miljoen dollar uitgegeven voor bewapening. Om te doden. Is dat democratie? We leven in een dictatuur van de angst, die ons permanent het gevoel geeft dat we bedreigd zijn. De wereld is een gekkenhuis en een slachtplaats. De mens verdient beter.

Heeft de democratie in Latijns-Amerika ontgoocheld?

Eduardo Galeano: De politici hebben de democratie een geweldige gunst verleend, door vanaf het prille begin het tegengestelde te doen van wat ze zeiden. Er gaapt een immense kloof tussen woorden en daden. In het politieke universum is het heel zeldzaam dat woorden en daden elkaar ontmoeten. Daarom geloven zo weinig jongeren nog in de politiek. Vele politici beloven de hemel op aarde, maar wanneer ze aan de macht zijn, doen ze net het tegengestelde van wat ze beloofden. Jongeren prikken dat door en willen niet voor de gek gehouden worden.

"Verloren voorwerpen" is de titel van het laatste tekstfragment uit Espejos en gaat als volgt: ‘De twintigste eeuw zag het licht met een boodschap van vrede en gerechtigheid. Maar ze liet een wereld achter die veel onrechtvaardiger was dan die ze bij haar geboorte had aangetroffen. De eenentwintigste eeuw werd met dezelfde boodschap van vrede en gerechtigheid geboren, maar blijkbaar gaat ze helemaal de weg op van de vorige eeuw. Toen ik een kind was, was ik ervan overtuigd dat alles wat op aarde verloren ging, naar de maan ging. Nochtans hebben de astronauten geen gevaarlijke dromen aangetroffen op de maan, geen gebroken beloften, geen ijdele verwachtingen. Als die niet op de maan zijn, waar zijn ze dan naartoe? Zijn ze misschien toch niet verloren gegaan op deze aarde? Hebben ze zich verstopt misschien? Waar zijn de dromen, de beloften, de hoop?’

Dat klinkt vrij somber.

Eduardo Galeano: Ik ben geen fulltime optimist, maar ik denk inderdaad dat de dromen en beloften op ons liggen te wachten. Er is altijd hoop. Soms leeft die een heel verborgen bestaan, verscholen onder een steen. Je moet er heel bedachtzaam en voorzichtig naar op zoek gaan. Enkele dagen geleden is mij en mijn vrouw iets ergs overkomen. Onze hond Morgan is gestorven. Het was een heilige, die hond.
Een van de laatste dagen dat ik ermee ging wandelen, kwam een klein meisje ons tegemoet gehuppeld. Ze groette alles om haar heen. ‘Dag plantje, dag bloem, dag boom…’ Dat beeld vervulde me met grote hoop. Het lijkt onnozel, maar dat is het niet. Tot op zekere leeftijd blijven we heiden en geloven we dat het leven ademt in alles en iedereen om ons heen. Zelfs wanneer iets schijnbaar dood is, leeft het nog en kun je heel soms of onverwacht een teken van leven ontwaren. Ik heb wel eens het gevoel dat leven een nutteloze passie is en het gebeurt wel eens dat de hoop mij uit mijn broekzak ontglipt. Maar telkens raap ik die hier of daar weer op.
Ik denk ook niet dat de wereld veroordeeld is tot de ondergang en dat de geschiedenis zich zal herhalen. Ondanks alles denk ik dat wij vrije mensen zijn en dat we de dingen kunnen veranderen. Morgen is niet zomaar een ander woord voor vandaag. Het is ook een andere werkelijkheid, een nieuwe kans.

© MO

Terug Omhoog