"Water, bron van leven en van problemen?”
Waterzekerheid in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MONA-regio) kampen meer en meer met waterschaarste.
Dat kan de regio verder destabiliseren terwijl deze al gebukt gaat onder politieke en economische onzekerheid. Wat zijn de oorzaken en de oplossingen?
Een bedreigde regio.
Water bedekt 70% van het aardoppervlak, maar slechts 2,5% daarvan is zoetwater. Bovendien is het zoetwater ongelijk verdeeld over de verschillende continenten (zie kaart).
Zo beschikken Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië over rijke watervoorraden, terwijl de MONA-regio - een droog tot halfdroog gebied dat zich van Marokko in het westen tot Iran in het oosten uitstrekt en alle landen van het Midden-Oosten en van Noord-Afrika omvat – zeer karig bedeeld is.
Op het laatste Wereld Economisch Forum hadden de experten en leiders uit de MONA-regio dan ook een duidelijke boodschap: waterzekerheid vormt ongetwijfeld de grootste uitdaging voor onze regio.
De waterschaarste in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is inderdaad groter dan elders in de wereld. Meer dan 60% van de bevolking woont in gebieden met een hoge of zeer hoge waterstress.
Bovendien wordt meer dan 70% van het BBP van de regio net in deze gebieden gegenereerd.
De landen putten hun watervoorraden uit, ze gebruiken grotere hoeveelheden water dan wat via hernieuwbare bronnen beschikbaar is en dat brengt de natuurlijke vernieuwing van de watervoorraden in het gedrang.
Dat overmatige waterverbruik kan niet alleen het oppervlaktewater en grondwater doen verminderen of zelfs uitputten, het legt ook een zware hypotheek op de verdere ontwikkeling van de regio.
Wanneer niet op duurzame wijze wordt omgesprongen met water, zal ook de waterkwaliteit verslechteren. Daardoor kan elk jaar 0,5 à 2,5% van het BBP verloren gaan.
Verschillende oorzaken.
De MONA-regio heeft de kleinste watervoorraden ter wereld, maar het waterverbruik ligt er zeer hoog. Ongeveer 80% van het water is bestemd voor de landbouw.
Landbouwactiviteiten hebben evenwel het laagste waterrendement omdat met methoden wordt gewerkt – in het bijzonder irrigatiesystemen – waarbij het waterverbruik hoog is en het ontbreekt aan moderne infrastructuur.
Bovendien wordt 32% van het geproduceerde voedsel uiteindelijk verspild.
Het leeuwendeel van de watervoorraden gaat dus naar de landbouw, maar dat is steeds minder verenigbaar met de demografische groei van 2% en de hoge mate van verstedelijking in de regio.
Tegen 2050 zal de stedelijke bevolking verdubbeld zijn tot 400 miljoen inwoners, ofwel 68% van de bevolking in de regio.
Daardoor zullen de levensstandaard, de energiebehoefte en de industriële activiteit stijgen en daarmee ook de vraag naar water.
Waterverspilling heeft niet alleen te maken met de toevoer van grote hoeveelheden water, maar is ook te wijten aan de gebrekkige waterbevoorrading en waterzuivering.
Om de beschikbaarheid van water te verbeteren, moeten de landen in de MONA-regio technologieën ontwikkelen voor de recycling en het hergebruik van het afvalwater.
Nu wordt 50% van het afvalwater onbehandeld in de natuur geloosd. Dat is niet enkel een verspilling, maar brengt ook hoge gezondheidsrisico’s met zich mee.
Deze landen laten dus de kans liggen de druk op hun natuurlijke watervoorraden te verminderen.
Toch plannen landen zoals Saudi-Arabië of Jordanië om in de toekomst massaal te investeren in de behandeling, zuivering en recycling van afvalwater.
Waterverspilling en het feit dat geen werk wordt gemaakt van waterbesparende methoden, ligt vooral aan een slecht bestuur.
Het ontbreekt vooralsnog aan politiek engagement en investeringen, maar ook de lage watertarieven vormen een probleem.
De waterbevoorradings- en waterzuiveringsdiensten kunnen alleen dan goed functioneren, als de waterprijs gelijk is aan of hoger dan de productiekosten.
In de Arabische landen dekt de prijs van water slechts 35% van de productiekosten (1). De landen subsidiëren water in hoge mate en besteden er 2% van hun BBP aan.
Dat heeft tot gevolg dat de bevolking onverantwoord omspringt met water en er buitensporig veel van verbruikt. In de tarieven zijn de waterschaarste en de bevoorradingskosten niet meegerekend.
Doordat de waterdiensten niet kostendekkend kunnen werken, zijn ze niet rendabel en komt ook de waterzuiveringscapaciteit in het gedrang.
De politiek verantwoordelijken vrezen dat het verminderen van de subsidies de sociale spanningen zal doen oplopen en hun eigen legitimiteit zal aantasten.
In Syrië en Libië zijn de (politieke) spanningen in de afgelopen jaren toegenomen.
De burgeroorlogen hebben zware gevolgen voor de regio.
De vernietiging van militaire en industriële installaties had zware verontreinigingen tot gevolg waarbij schadelijke stoffen in de lucht en de grond terechtkwamen en het water besmet is geraakt.
Als gevolg van de vernieling van infrastructuur, zoals irrigatiesystemen of dammen, is de voedselketen verstoord, zijn er meer gezondheidsrisico’s en lijden steeds meer mensen honger.
Dat alles brengt dan weer massale migratiestromen op gang. De regio vangt vandaag 3 miljoen vluchtelingen en 4,8 miljoen ontheemden op, wat de landen noopt om hun watervoorraden nog meer aan te spreken.
Gevolg: meer waterstress en meer sociale spanningen tussen vluchtelingen en de plaatselijke bevolking.
De klimaatverandering vormt misschien wel de grootste risicofactor voor waterschaarste in de regio.
Door de stijging van de temperatuur zal er in de regio minder neerslag vallen en zal er meer water verdampen.
Maar ook de zeespiegel zal stijgen, met een toenemend risico op overstromingen en een verzilting van de delta’s en de grondwaterlagen aan de kust tot gevolg.
Dat tast op zijn beurt de bodem aan wat zal leiden tot lagere landbouwopbrengsten. De lokale bevolking zal steeds minder water ter beschikking hebben en bijgevolg wegtrekken naar de stad of naar vluchtelingenkampen.
Daardoor zal de waterstress toenemen in de steden terwijl de beschikbaarheid en de kwaliteit van het water er nu al een probleem vormt.
In de regio zullen zich steeds meer spanningen en conflicten voordoen die te maken hebben met het beheer van het schaarse water.
De landen subsidiëren water in hoge mate en besteden er 2% van hun BBP aan. Dat heeft tot gevolg dat de bevolking onverantwoord omspringt met water en er buitensporig veel van verbruikt.
Het heft in eigen handen nemen.
Het eerste deel van dit artikel tekent weliswaar een somber beeld, maar dat is geen reden om de moed te verliezen.
Er bestaan tal van oorzaken voor de waterschaarste in de regio, maar eveneens tal van oplossingen.
De civiele samenleving en de beleidsmakers hebben weliswaar minder vat op de milieufactor, maar ze kunnen wel de menselijke, structurele en politieke factoren wezenlijk beïnvloeden.
De landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika erkennen het probleem waarmee ze worden geconfronteerd en zien in dat de tijd dringt om het heft in eigen handen te nemen.
1) Aangezien het gewonnen water vooral bestemd is voor de landbouw, is het zaak de landbouwers ervan te overtuigen de meest geschikte gewassen te telen en te kiezen voor meer rendabele en duurzame methodes.
Bovendien moeten ze over de infrastructuur kunnen beschikken die nodig is om andere, meer moderne methodes te ontwikkelen, denk maar aan irrigatie met sprinklersystemen of druppelirrigatie.
2) Een andere oplossing kan de invoer van virtueel water zijn.
In plaats van watervoorraden te verbruiken voor de irrigatie van waterintensieve gewassen, wijst de overheid dit water toe aan een andere meer rendabele sector om de economie aan te zwengelen.
Deze maatregel houdt evenwel in dat de invoer van voedingsmiddelen stijgt en dat het land sterk afhankelijk wordt van de wereldvoedselmarkten.
© Shutterstock
3) Oplossingen via het buitenland zijn slechts in beperkte mate mogelijk, vanwege de kosten en de afhankelijkheid.
Gelukkig bestaan er heel wat interne oplossingen die de beleidsmakers kunnen uitwerken, als ze maar de nodige wil aan de dag leggen en erin slagen de spanningen en conflicten in de regio te bedwingen en samen te werken.
Met het oog op een beter waterbeheer moet de kwaliteit van de waterdiensten worden verbeterd via investeringen in infrastructuur (toevoerleidingen om lekken te voorkomen, bevoorrading) en technologie
(systemen voor zuivering, recycling en hergebruik van grijs water (2)).
Dergelijke maatregelen werden al in de praktijk gebracht in Saudi-Arabië en Jordanië. Israël recyclet 86% van het huishoudelijk afvalwater in de landbouw.
Alleen vinden deze aanpassingen in de MONA-regio amper ingang, vooral vanwege de te lage watertarieven.
De bevolking bewust maken van haar verantwoordelijkheid betekent haar ertoe aanzetten zuinig met water om te gaan: hogere prijs bij waterschaarste, slimme tellers.
Maar naast het gebrek aan bewustwording bestaat er nog een reden waarom dergelijke projecten niet van de grond komen, met name het heropflakkeren van conflicten in de regio waardoor elk infrastructuurproject in de kiem wordt gesmoord.
4) De landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika hebben nog andere troeven die ze kunnen uitspelen.
Om het gebrek aan zoetwater te compenseren, hebben de Golfstaten en Israël ontziltingsinstallaties gebouwd.
De kosten voor de bouw en de werking van deze installaties net als het energieverbruik ervan liggen evenwel hoog.
Bij het ontzilten wordt bovendien een grote hoeveelheid zout in zee geloosd. Ondanks deze nadelen blijven het toekomstgerichte installaties, vooral wanner het lukt ze op hernieuwbare energie te laten werken.
5) Waterzekerheid staat of valt ook met een diversifiëring van conventionele en niet-conventionele waterbronnen, het gebruik van oppervlakte- en grondwater, maar ook het opvangen van regenwater, recycling van afvalwater en grijs water.
Om dat te bereiken leggen de landen steeds meer watervoorraden aan. Dat laat toe om plotse tekorten op te vangen zonder dat ze water tegen een extreem hoge prijs moeten invoeren.
6) Ten slotte moeten beleidsmakers en diplomaten hun toezeggingen inzake waterbeleid op nationaal en internationaal niveau met klem herbevestigen.
Ongeveer 60% van het oppervlaktewater in de regio strekt zich over meerdere landen uit. Buurlanden moeten dan ook samenwerken en een constructieve, transparante en eerlijke dialoog aangaan.
De veiligheid en de vrede in de MONA-regio hangen fundamenteel samen met de capaciteit van de regeringen om overeen te komen, samen te werken en de beschikbare watervoorraden rechtvaardig te verdelen.
En hoe onwaarschijnlijk het in een zo versnipperde regio ook mag lijken, de uitdaging van de waterzekerheid heeft de landen er al toe aangezet nauwer samen te werken.
Dat toont aan dat water niet enkel een bron van leven en van problemen is, maar ook een bron van openheid en solidariteit.
Waterzekerheid in het Midden-Oosten en Noord-Afrika vormt een enorme uitdaging.
De regio moet het hoofd bieden aan conflicten en een tanende economie; religieuze en politieke spanningen; demografische groei en de gevolgen van de klimaatopwarming en lijkt niet opgewassen tegen deze uitdaging.
De watercrisis is in wezen een maatschappelijke en bestuurlijke crisis. De nationale regeringen hebben de taak de aanzet te geven tot andere landbouwmethodes en een zuiniger huishoudelijk waterverbruik.
Om dat mogelijk te maken is het nodig dat de investeringen in technologie en infrastructuur, het beleid en het beheer van de instellingen zich op regionaal en zelfs internationaal niveau op elkaar afstemmen.
En hoe onwaarschijnlijk het in een zo versnipperde regio ook mag lijken, de uitdaging van de waterzekerheid heeft de landen er al toe aangezet nauwer samen te werken.
Dat toont aan dat water niet enkel een bron van leven en van problemen is, maar ook een bron van openheid en solidariteit.
(1) In Saudi-Arabië bedroeg de waterprijs 0.08 USD/m3 in 2015, terwijl de eigenlijke productiekosten ongeveer 1.09 USD/m3 bedroegen.
(2) Grijs water is licht vervuild huishoudelijk water (bijvoorbeeld van douche of lavabo) dat voor taken kan worden gebruikt waarvoor geen absoluut schoon water nodig is, bijvoorbeeld toiletspoeling of het reinigen van de auto.
Uit www.glo-be.be