symbool

titel volkhogeschool
TER POPULARISERING VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN
afdeling Oostende
51e jaarprogramma
symbool

België is de stille draaischijf van de Amerikaanse oorlogslogistiek

Inez Louwagie legt uit hoe België de Amerikaanse oorlogen steunt.

Onze luchthavens, spoor- en waterwegen worden intensief gebruikt voor het verplaatsen van Amerikaans militair materieel richting Irak en Afghanistan.

Het gecrashte vrachtvliegtuig van Kalitta Air bevat geen wapens of munitie. We kunnen opgelucht ademhalen. De VS-levering aan Bahrein brengt óns land tenminste niet in gevaar. De perte totale op de landingsbaan van Zaventem promoveert zo op slag van een bijna-ramp tot een publieke attractie. Een enorme stalen vogel die dreigend over de spoorlijn bungelt. Gigantische kranen, vrachtwagens vol aarde, staalkabels en vangnetten. En vooral: dag en nacht bewaking door civiel en militair VS-personeel en een sfeer van totale geheimhouding. Toegegeven, het fascineert.

Maar wat nog meer intrigeert is het enthousiasme waarmee dit potje wordt dichtgehouden. Luchtvaartpersoneel, politici, diplomaten en de betrokken transport- en distributiebedrijven: iedereen vervalt gezwind in de mantra's 'over diplomatieke post wordt niet gecommuniceerd' en 'dit betreft een te complex en gevoelig onderwerp'. Het feit dat België een logistieke draaischijf vormt voor de oorlogsoperaties van de VS en de NAVO in het Midden-Oosten, wordt meestal vakkundig en met succes toegedekt. Totdat de motor van een Boeing 747 ons met een knal met de neus op de feiten drukt.
België blijkt van dichtbij betrokken bij de oorlog in Irak. Een 'routinevlucht' van diplomatiek materieel naar Bahrein is slechts een van de vele VS-transporten richting Midden-Oosten die ons land passeren. Onze luchthavens, spoor- en waterwegen worden intensief gebruikt voor het verplaatsen van Amerikaans militair materieel richting Irak en Afghanistan.
De VS maken hierbij handig gebruik van de akkoorden binnen de NAVO. Deze akkoorden, die werden afgesloten tijdens de Koude Oorlog om de Amerikaanse soldaten in Duitsland te bevoorraden, voorzien in het permanent ter beschikking stellen van onze infrastructuur voor de transporten van VS-materieel vanuit hun militaire basissen in Duitsland. Deze vormen immers een vooruitgeschoven uitvalsbasis naar het Midden-Oosten, Afrika en Centraal-Azië. Tijdens de beginfase van de oorlog in Irak ging 50 procent van het Amerikaanse oorlogsmaterieel per binnenschip, 20 à 30 procent per trein, en de rest op eigen kracht over de weg of door de lucht, vanuit Duitsland naar de Antwerpse haven. Het gaat hier niet over een detail. De verplaatsing van de 1st Armored Division in 2003 omvatte meer dan 6.000 voertuigen of meer dan 70.000 ton. Tijdens de Irakoorlog werden ongeveer 20.000 militaire voertuigen doorgevoerd. Bij de huidige wisselingen gaat het meestal om 1.000 à 1.500 voertuigen. Een behoorlijke portie komt via het spoor.
Het vervoer naar de Golfregio gebeurt voor een groot deel door militaire schepen, maar ook door private rederijen, zoals de Nederlandse Nile Dutch Africa Line, de Franse Delmasrederij en het Belgische bedrijf Cobelfret. De Deense onderneming Maersk, die actief is in meer dan 125 landen, is wereldwijd betrokken bij deze transporten. Maersk tekent jaarlijks militaire contracten ter waarde van 200 tot 500 miljoen dollar.
Ook overslagbedrijven vormen een belangrijke schakel in de militaire goederenstromen. In de Antwerpse haven wordt het militair materieel overgeslagen op de roll-on-roll-offkaai van Hesse-Noordnatie. In 2006 verdiende PSA/Hesse-Noordnatie 1.200.000 dollar aan de contracten die de militaire transporten ondersteunen.
De treintransporten gebeuren door B-Cargo, de goederenafdeling van de NMBS holding. B-Cargo voert deze transporten uit in onderaanneming van de goederenafdeling Railion van de Deutsche Bahn. Hoeveel ze hieraan verdienen is een goed bewaard geheim. In antwoord op een parlementaire vraag in april 2006 zegt de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven: "Het goederenvervoer per spoor is onderworpen aan de regels van de vrijemarkteconomie. B-Cargo, de goederenafdeling van de NMBS, opereert in een concurrentiële omgeving en net als haar concurrenten publiceert zij geen gevoelige commerciële gegevens." Dat lijkt verdacht sterk op de argumenten om over de rol van Kalitta Air en DHL te zwijgen.
Toch zijn er mensen die dit potje blijven openwrikken. Bij het begin van de oorlog in Irak hielden vredesactivisten een trein tegen die geladen was met Amerikaans oorlogsmaterieel bestemd voor de Golfregio. Ze waren gewapend met rode stoplichten, hun eigen lichaam en het argument dat deze transporten het internationaal recht schenden. Ze werden gearresteerd en vervolgd. Maar hun argumenten vielen niet in dovemansoren. In juni van datzelfde jaar beloofde de regering om de geheime NAVO-akkoorden die deze transporten regelen, te herzien. Dit werd na de verkiezingen zelfs ingeschreven in het regeerakkoord, maar deze beloften werden vervolgens verticaal geklasseerd.
De transporten vanuit Duitsland richting Irak en Afghanistan gaan ondertussen nog steeds door. In juli 2007 vertrok het 2nd Cavalry Regiment nog met 300 Strijkerpantserwagens en een hoeveelheid ander materieel uit Vilseck. In het voorjaar van 2008 passeerde het materieel van de 1st Armored Division, 2nd Brigade uit Baumholder met dezelfde bestemming.
Don't ask, don't tell, lijkt de houding van de verantwoordelijke politici en van de bedrijven die van deze handel graag een graantje meepikken. Een aloude Belgische gewoonte die van ons land een stille draaischijf maakt van de Amerikaanse oorlogslogistiek in het Midden-Oosten. Het wordt hoog tijd dat onze regering haar belofte waar maakt om de NAVO-akkoorden die deze struisvogelpolitiek mogelijk maken, ter discussie te stellen.

Auteur: Inez Louwagie in 'De Morgen' van 7 juni 2008
Inez Louwagie is woordvoerder van Vredesactie (www.vredesactie.be).

Terug Omhoog