Oekraïne wordt het volgende Griekenland

Als de Oekraïense regering in Kiev het structurele aanpassingsprogramma van het IMF uitvoert wachten de gewone Oekraïners barre tijden. Het sociale slagveld dat het IMF oplegt wordt een ijskoude ontnuchtering voor hen die hoopten dat de nieuwe regering een meer sociale koers zou varen dan de vorige.
Het IMF stelt voor om de Oekraïense overheid een lening van 10 tot 13 miljard euro toe te staan. Daar zijn voorwaarden aan verbonden die goed het ideologisch profiel weergeven dat het IMF ook in andere landen verdedigt. De gewone burger moet het gelag betalen, terwijl de Oekraïense oligarchen ongenaakbaar blijven.
Ongeveer één vierde van alle Oekraïners leeft nu reeds onder het bestaansminimum. Het programma dat het IMF wil opleggen voorziet geen enkele verlichting van de schuldenlast. Integendeel, de Oekraïense regering moet enkel en alleen besparen op sociale overheidsuitgaven.

Oligarchen gaan opnieuw vrijuit
In 1992 hebben de oligarchen, na de onafhankelijkheid die volgde op het ineenstorten van de Sovjet-Unie, het land leeggeroofd door onder meer de grondstoffen voor een appel en een ei op te kopen en daarna exorbitante winsten op te strijken met de uitbating van deze rijkdommen. Een van deze personen is nu kandidaat voor de presidentsverkiezingen. Anderen, zoals Julia Tymoshenko, steunen het regeringsbeleid volledig.
De grote winnaars van de nieuwe machtsconstellatie in Kiev worden de schuldeisers, de oligarchen en meerdere Europese bedrijven. Eén van de laatste rijkdommen nog in overheidshanden zijn de uitgestrekte landbouwgronden in het westen – traditioneel de graanschuur van Oost-Europa – die Europese landbouwbedrijven nu spotgoedkoop zullen mogen verwerven. De wet die dat voorlopig nog verbiedt zal worden afgeschaft. De subsidies voor de Oekraïense landbouwers worden daarentegen stopgezet. Ook de lagere btw voor consumptiegoederen in de dunbevolkte landelijke gebieden wordt afgeschaft. Die maatregel was bedoeld om de hogere transportkosten en lagere verkoopcijfers te compenseren. De landelijke bevolking in het westen wacht zwaar onderbetaalde loonarbeid voor de Europese agribusiness.
De eerste maatregelen werden reeds genomen door de regering in Kiev. De subsidies voor gas – de voornaamste brandstof voor huisverwarming in Oekraïne – worden afgeschaft en de prijs voor de gezinnen stijgt met 50 procent vanaf 1 mei. Eerste minister Jatsjenjoek heeft tevens aangekondigd dat de gasprijs de komende vier jaar geleidelijk verder zal stijgen, met ongeveer 120 procent tegenover de huidige prijs.
Prijsstijgingen voor water en elektriciteit worden eveneens verwacht. Steenkoolmijnen en de nationale gasmaatschappij Naftogaz zullen geheel of gedeeltelijk worden geprivatiseerd, net als andere overheidsbedrijven sinds 1992 voor een prijs ver onder de reële marktwaarde.

Barre tijden in het verschiet
Het gemiddelde maandloon in Oekraïne bedraagt 3.150 hryvnia (199 euro). De verwarming van een klein appartement van 50 vierkante meter – het gemiddelde standaardappartement in de steden – kost nu ongeveer 13 euro per maand. Dat wordt op 1 mei 19 euro en zal dus geleidelijk nog stijgen. Een gemiddeld gezin met twee kostwinners en twee kinderen geeft de helft van zijn inkomen uit aan voedsel. Ook de subsidies voor basisproducten zoals brood, rauwe groenten en vlees zullen worden afgeschaft.
Op dinsdag 15 april werd reeds een wet gestemd om de belasting op privé-eigendom van woonhuizen en appartementen te verhogen en om een aantal sociale uitgaven te verminderen. De pensioenen voor overheidspersoneel zullen met 10 procent verminderen, de geboortepremies worden verminderd, het nu reeds zwaar onbemande en het inefficiënte gerechtsapparaat zal het met nog minder personeel moeten doen. Daarnaast wordt het minimumloon bevroren.
Al deze maatregelen zullen onvermijdelijk leiden tot een substantiële vermindering van de koopkracht, tot een inkrimping van het bruto nationaal product en tot een daling van de koers van de hryvnia, de nationale munt. Oekraïne heeft nu al een negatieve handelsbalans.

Wat het IMF niet eist
Er zijn daarentegen twee hervormingen die het IMF niet eist en die nochtans een grote impact zouden hebben op het deficit van de Oekraïense overheid. De grote fortuinen van de oligarchen genieten van talrijke wettelijk toegestane middelen om belastingen te ontwijken. Zij kunnen ongehinderd blijven doorgaan met het uitvoeren van hun kapitaal naar belastingparadijzen in het buitenland.
Het aankoopbeleid van de overheid is door en door corrupt. De Oekraïense staat gaat er onverminderd mee door om buitensporige bedragen te betalen voor de bestellingen die ze bij de bedrijven van de oligarchen plaatsen. Ook hierover stelt het IMF geen eisen.
De enige directe bezorgdheid van het IMF bestaat er volgens econoom Joseph Stiglitz blijkbaar in ervoor te zorgen dat de Europese en Amerikaanse banken, die leningen hebben uitstaan in Oekraïne, gewoon verder afbetaald worden.
Kortom, de gewone Oekraïner – in alle delen van het land – wacht een wrange toekomst. De vraag is hoe het westelijke deel van Oekraïne hierop zal reageren. De landelijke gebieden daar zullen immers het zwaarst worden getroffen. Pro-Russische protesten zijn niet de laatste zorgen voor de regering in Kiev.


Bron: Lode Vanoost op www.dewereldmorgen.be

Terug Omhoog