De Nakba: 64 jaar Israël

Op 15 mei 2012 is het vierenzestig jaar geleden dat de staat Israël werd gesticht op het puin van een groot deel van Palestina. De Palestijnen herdenken die gebeurtenis als de Nakba, de Catastrofe. Meer dan vierhonderd steden en dorpen werden toen ontvolkt en verwoest en hun bewoners verdreven.


De kerk van het verwoeste dorp Mujeidil, midden een nieuw aangeplant bos.

Tachtig procent van de inwoners in de Gazastrook zijn oorspronkelijk afkomstig uit wat nu Israël is. Voor de Westelijke Jordaanoever gaat het om veertig procent. En dan zijn er nog de vluchtelingen in Jordanië, Libanon, Syrië,…

Ook de Palestijnse staatsburgers van Israël herdenken de Nakba. Vanaf dit jaar is het wel erg moeilijk. In januari keurde het Israëlisch parlement namelijk een wet goed die de herdenking de facto verbiedt. Alle organisaties of instellingen die overheidsgeld ontvangen verliezen hun betoelaging wanneer ze een dergelijke herdenking toe laten. Israël wil hiermee elke herinnering aan wat 1948 vooraf ging uitwissen. Palestijnen en Palestina hebben nooit bestaan en zijn een recente uitvinding. Heel de geschiedenis tussen het jaar 70, toen de joodse tempel in Jeruzalem werd verwoest, en 1948 wordt ontkend. Een van de ergste vormen van historisch negationisme.

Op de ruines van deze 418 verwoeste dorpen heeft men bij gebrek aan genoeg nieuwe immigranten om ze te herbevolken bomen aangeplant. Snel groeiende bomen: cypressen, dennen,… De bossen die zo ontstonden zijn naar bekende joden of naar vrienden van Israël genoemd. Al wie zo’n bos op zijn naam heeft werkt dus mee aan dit negationisme. En dat zijn er in België nogal wat.

Op de weg van Tel Aviv naar Jeruzalem werd op het grondgebied van de in 1948 verwoeste dorpen Saris en Beit Thul in 1995 het woud van de Belgisch-joodse gemeenschap ingehuldigd. De bijbelteksten op de site zijn onder meer gekozen door toenmalig kardinaal Danneels.

Na 1948 werd op grond van twee verwoeste buurdorpen Malul en Mujeidil, in de omgeving van Nazareth ook een bos aangelegd. Van Malul zijn alleen nog de ruïnes van de moskee en van twee kerken te zien en van Mujeidil enkel de kerkruïne. Het waren beide hoofdzakelijk christelijke dorpen. In 1961 kreeg onze koningin Elisabeth daar haar woud van dertigduizend bomen en in 1964 ging onze diep christelijke koning Boudewijn persoonlijk zijn bos aanplanten op de grond van het verwoeste christelijk dorp Mujeidil. Het telt nu 23.000 bomen.

Het bos ter ere van Albert II werd aangelegd op de bezette Westelijke Jordaanoever. In het patronagecomité van het bos zetelen onder meer Herman De Croo en Armand De Decker. Het moet zes hectare groot worden en het is volgens de Israëlische propaganda aangeplant in Zuid- Israël, in de Negeb, maar het ligt in het zuiden van Cisjordanië en is vanaf 1970 aangeplant op land van de Palestijnse dorpen Sammu’a en Khirbet Yattir. Dit laatste, verwoeste dorp heeft trouwens zijn naam geleend aan de naburige Joodse kolonie Yattir.

Eind januari dit jaar ging onze toenmalige premier, Yves Leterme op bezoek in Israël. Hij ging er in Ramat Gan een nieuw gebouw voor onze diplomatie inhuldigen. Ramat Gan werd gebouwd op grond van de dorpen Jammassin en Salama. En natuurlijk mocht ook hij zijn boom planten in ‘The Grove of Nations’, een woud aangeplant op het in juli 1948 verwoeste dorp Al Jura.

Op 14 mei hebben de Palestijnse studenten aan de universiteit van Tel Aviv toch geprobeerd om een Nakba-herdenking te houden. Bedoeling was om de namen van alle verwoeste dorpen voor te lezen en zich zo te verzetten tegen het officiële negationisme.

Bron : Lucas Catherine in www.dewereldmorgen.be.

Terug Omhoog