Lokale melkproductie biedt ruime kansen
voor West-Afrika

De lokale melksector is een belangrijke hefboom voor duurzame ontwikkeling in West-Afrika, waar pastorale veeteelt en landbouw een centrale rol spelen. Ondanks de vele voorschriften die in acht moeten worden genomen, worden vele initiatieven opgestart om de lokale productie te bevorderen.

Economisch groeipotentieel
Veeteelt en landbouw zijn van fundamenteel belang voor de leden van de Economic Community of West African States (ECOWAS) en Mauretanië. In deze Afrikaanse regio biedt de lokale melkproductie ruime kansen voor economische en duurzame ontwikkeling, van een ordegrootte van miljarden liters melk: 600 miljoen liter in Nigeria, 500 miljoen in Mali, 200 miljoen in Burkina Faso, en zo meer. Om en bij de 48 miljoen rondtrekkende én sedentaire veehouders die ook aan landbouw doen, voorzien in 50% van de lokale behoeften. Tussen 2000 en 2016 steeg de melkproductie met meer dan 50 procent. Voor de producenten betekent de lokale afzet een belangrijke inkomstenbron. Maar de lokale melkproductie dekt lang niet de vraag in de regio en daarom moet West-Afrika melkpoeder invoeren. Zo is 90% van de melk die in Bamako in Mali wordt gedronken, vervaardigd op basis van melkpoeder.

De troeven
De lokale melkproductie kan verschillende Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen helpen verwezenlijken:
• Bestrijding van armoede (SDG1)
• Bestrijding van voedselonzekerheid (SDG2)
• Empowerment van vrouwen (SDG5) die zorgen voor het melken en voor de verwerking en de verkoop van melk.

De lokale melkproductie speelt een belangrijke rol voor de voedselzekerheid, maar er is meer. Lokaal melk produceren betekent immers ook: het groeipotentieel benutten van de gebieden die van veehouderij en landbouw leven, meer werkgelegenheid op het platteland (waar 80% van de bevolking leeft), armoede en plattelandsvlucht terugdringen, en de voedselafhankelijkheid van West-Afrika beperken. Het is een veelbelovende markt die echt kansen biedt voor de lokale producenten, op voorwaarde dat het beleid dat in het Noorden en in het Zuiden wordt gevoerd kiest voor de lokale productie boven de invoer van melk.

Concurrentie van Europees melkpoeder
De lokale melksector kampt echter met grote problemen zoals de voeding en de gezondheid van de dieren, een gebrek aan infrastructuur, materiaal en goede controlesystemen, het uitblijven van overheidsinvesteringen, de klimaatverandering en de slechte bodemkwaliteit. Om daaraan te verhelpen is er nood aan een echt melkbeleid waarin de lokale melkproductie vooropstaat. In West-Afrika moeten de lokale marktdeelnemers bovendien het hoofd bieden aan de toenemende invoer van Europees melkpoeder dat tegen een lagere prijs wordt verkocht dan de lokale melk.
De Europese Unie is met een productie van 145 miljoen ton melk in 2018 inderdaad de grootste melkproducent. Door de afschaffing van de melkquota in 2015 is de melkproductie in de EU fors gestegen. De EU zet de overschotten op de wereldmarkt af in de vorm van kaas, boter en melkpoeder. De uitvoer verdubbelde op 2 jaar tijd: van 6% van de totale productie in 2017 naar 12% nu. Vooral een nieuw samengesteld mageremelkpoeder - aangerijkt met plantaardige vetten (hoofdzakelijk palmolie) en uitgevoerd door de EU - blijft zijn aandeel op de West-Afrikaanse markt vergroten. Dat poeder kost ongeveer 30 % minder dan vollemelkpoeder.
Oneerlijke concurrentie dus voor de lokale producenten met alle zware gevolgen vandien. Bovendien winnen de Europese producenten er niets bij dat de melk naar West-Afrika wordt uitgevoerd. Ze verkopen die melk vaak onder de productieprijs. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de Economische Partnerschapsovereenkomsten (EPA) van de Europese Unie moedigen de overproductie van melk en de groeiende uitvoer van de overschotten aan. Als we de lokale melkproductie en de eerlijke handel in die sector in West-Afrika willen versterken, kan dat alleen als het Europees beleid wordt herzien.

Enkele initiatieven ter versterking van de lokale melksector in West-Afrika
Dierenartsen Zonder Grenzen

België steunt de lokale melksector onder andere via Dierenartsen Zonder Grenzen, een ngo die zich inzet voor landbouw en veeteelt in 8 Afrikaanse landen: Burkina Faso, Burundi, DR Congo, Mali, Niger, Oeganda, Rwanda en Tanzania. Ze helpt de veehouders een betere toekomst op te bouwen door de veeteelt te verbeteren. Het werk van Dierenartsen Zonder Grenzen behelst alle aspecten van de productie: van veevoeder, dierengezondheid en dierhygiëne over het ophalen, bewaren en vervoeren van de melk tot het op de markt brengen ervan. Dankzij de inspanningen van de ngo was het mogelijk de hoeveelheid en de kwaliteit te verhogen van de melk die in de melkfabrieken wordt verwerkt. Zo ontstonden ook vele nieuwe banen voor mannen en vrouwen.

Fairebel en Fairefaso
Om het tij te doen keren, draagt België ook een steentje bij met het label Fairebel. Europese en West-Afrikaanse veehouders zijn het namelijk al langer eens over bepaalde punten. De afgelopen jaren werd de samenwerking intensiever en zagen nieuwe projecten het licht. Zo voerde Burkina Faso het fairtradelabel Fairefaso voor melk in, het resultaat van het partnerschap tussen de Union nationale des Mini-laiteries et Producteurs du Lait local au Burkina Faso (UMPL-B - de nationale vereniging van mini-melkfabrieken en lokale melkproducenten in Burkina Faso), Fairebel, Fairefrance en Oxfam. Deze fairtrade- en kwaliteitslabels verhogen de veerkracht van de kleine lokale producenten die zoveel mogelijk tegen een correcte prijs kunnen verkopen. In West-Afrika bestaan inmiddels nog andere fairtradelabels voor melk, zoals Fairesen in Senegal en Fairemau in Mauritanië.

ECOWAS en Europese Unie
Verder zijn er ook institutionele initiatieven, zoals het ECOWAS Regional Offensive voor de promotie van lokale melk dat onder druk van producentenorganisaties tot stand kwam. Dat initiatief richt zich op de verhoging van de productie van verse melk, het ophalen ervan en het scheppen van de nodige randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de lokale melksector. Ook een hervorming van de fiscaliteit en van de douanerechten behoort tot de mogelijkheden.
Ook binnen de Europese Unie, met name bij het Europees Comité van de regio’s, gaan stemmen op om de markt te reguleren. De Commissie Ontwikkeling van het Europees Parlement pleit ervoor om bij de volgende hervorming van het GLB een coherenter beleid uit te stippelen.

"Mon lait est local" In juni 2018 hebben 6 nationale coalities van West-Afrika lokale initiatieven uitgewerkt zoals "Mon lait est local". Om de lokale melksector te begunstigen willen ze partnerschappen aangaan met melkfabrieken, publieke instellingen, Europese producenten en de stedelijke en lokale verbruikers.

Overproductie van melk: voor de veehouders is de maat vol
Sinds enkele jaren kampt de Europese melksector met overproductie. Daardoor kelderen de prijzen en kunnen de Europese veehouders niet langer van hun werk leven. De melk wordt tegen een lage prijs opgekocht en vervolgens op de West-Afrikaanse markten verkocht. Alleen is het product dat daar te koop is …. geen echte melk meer, maar een poedermengsel van magere melk en palmolie dat 30% minder kost dan de lokale melk. Deze pseudomelk ondermijnt de lokale markt en bedreigt de Afrikaanse veehouders

Exporteer onze problemen niet! Steun de veehouders! Om deze situatie aan te klagen lanceerden SOS Faim, Oxfam-Solidariteit, Dierenartsen Zonder Grenzen, het Comité Français pour la Solidarité Internationale (CFSI), het European Milk Board en de campagne ‘Mon Lait est Local’ van West-Afrika de campagne “Exporteer onze problemen niet!”.

Lees meer daarover op de site van de campagne www.nexportonspasnosproblemes.org. Een korte videofilm van twee minuten geeft meer inzicht in de problematiek. Verder kan een toelichtend dossier worden gedownload. Deel het zoveel mogelijk!

Bron: www.glo-be.be

Terug Omhoog